Als er aanwijzingen of vermoedens zijn van een dopingpraktijk, wordt een disciplinair dossier opgesteld.
De elitesporter die positief test op een verboden stof, heeft het recht een tegenanalyse op eigen kosten aan te vragen. Indien bij een elitesporter de aanwezigheid of gebruik van een van volgende verboden stoffen of methoden wordt vastgesteld, betekent dit een onmiddellijke schorsing:
Tijdens deze voorlopige schorsing mag de sporter aan geen enkele wedstrijd deelnemen die voorafgaat aan de definitieve uitspraak van het bevoegde disciplinair orgaan.
Voor andere verboden stoffen of methoden geldt geen onmiddellijke schorsing.
Een disciplinair dossier van een elitesporter zal behandeld worden door een privaatrechterlijk disciplinair orgaan van de sportfederaties.
Tegen beslissingen van dit disciplinair orgaan kan in beroep gegaan worden bij het Tribunal Arbitral du Sport (TAS) in Lausanne. Dit beroep kan ingesteld worden door de sporter, de Vlaamse overheid, het WADA, het IOC of IPC en de betrokken internationale sportfederatie.
Momenteel zijn er 2 disciplinaire organen voor elitesporters:
Een elitesporter die verdacht wordt van een dopingpraktijk zal zich dus voor het Vlaams Dopingtribunaal of (voor de wielrenners) bij de disciplinaire commissie van de KBWB moeten verantwoorden en niet langer bij de disciplinaire commissie van de Vlaamse Gemeenschap.
04 september 2017
31 augustus 2017
27 april 2017
Via deze rubriek kan u zich abonneren voor de gratis nieuwsbrief i.v.m. doping en dopingbestrijding in Vlaanderen. Gelieve uw e-mailadres in te vullen en op de knop “inschrijven” te klikken.
Opmerking: uw e-mailadres zal niet voor andere doeleinden worden gebruikt en wordt niet doorgegeven aan andere organisaties of instellingen.