Alcohol

De meest bekende soort alcohol is ethanol dat al eeuwenlang wordt gebruikt in dranken zoals wijn, bier, likeur en sterke drank met jenever, wodka en whisky als bekende voorbeelden. Deze dranken zijn niet giftig, behalve als ze in grote hoeveelheden gedronken worden. Als je alcohol drinkt wordt dit zeer snel in je lichaam verspreid en het komt ook in je hersenen. Alcohol beïnvloedt de werking van het centrale zenuwstelsel. Dit merk je door een verminderd evenwicht, afname van de oog-handcoördinatie, dubbelzien, praten met dubbele tong en een verminderd beoordelingsvermogen. Hersenen zijn erg gevoelig voor alcohol. Vooral bij jongeren kan overmatig drinken tot blijvende schade aan de hersenen leiden. Wie veel en langdurig alcohol gebruikt kan er verslaafd aan raken. Het vaak en veel drinken van alcoholische dranken leidt op de lange duur tot leverstoornissen, geheugenstoornissen en het vergroot de kans op verschillende vormen van kanker.

Het drinken van alcoholhoudende dranken is een algemeen maatschappelijk geaccepteerd verschijnsel. Hoewel het drinken van alcoholhoudende dranken ook in de sport voorkomt - denk maar eens aan de ‘derde helft’ van een voetbalwedstrijd - neemt de maatschappelijke acceptatie hiervan af. Alcohol zorgt voor ontspanning waardoor je minder zenuwachtig bent voor de wedstrijd. Het zorgt ervoor dat je minder gaat trillen en je zelfvertrouwen gaat omhoog, maar ook het beoordelingsvermogen wordt minder. Tests hebben uitgewezen dat je reactiesnelheid al afneemt bij hele kleine hoeveelheden alcohol.

Omdat alcohol lang niet bij alle sporten prestatiebevorderend werkt, heeft het WADA in overleg met de internationale federaties alcohol bij sommige sporten binnen wedstrijdverband verboden, omdat het gebruik ervan gevaar oplevert voor de sporter zelf en voor andere deelnemers. Het alcoholverbod in 2010 geldt voor de volgende sporten: autosport, bowling, boogschieten, karate, vliegsport, moderne vijfkamp (alleen bij schietonderdelen), motorsport en powerboatracen. Voorheen was de lijst met sporten waarin het gebruik van alcohol verboden was langer, maar in de loop der jaren hebben meerdere internationale federaties alcohol als ‘verboden stof’ van de lijst geschrapt. Het gebruik van alcohol kan worden aangetoond met behulp van een adem- en/of bloedanalyse. De voor de sport geldende grenswaarde (voor bloed) is 0,10 gram per liter. Sinds 2000 zijn er wereldwijd geen sporters positief getest op alcohol.